Chinchilla's

Informatie over chinchilla's

Inleiding

Chinchilla's leven in de natuur in Peru, Bolivia en Chili op de bergen van de Andes. Ze leven op grote hoogte waar enorme klimaatsverschillen heersen. Van oorsprong werd de chinchilla vooral gefokt voor de pelsfokkerij, maar gelukkig neemt men nu vaak een chinchilla als gezelschapsdiertje voor in huis. Een chinchilla kan alleen goed worden gehouden als deze vrij kan rondlopen.

Als het dier plotseling wordt gegrepen of tijdens stress wordt geaaid, kan het hele stukken vacht loslaten. Dit noemen we "fur-slip". Het duurt maanden voordat dit weer is aangegroeid. Daarom moet een chinchilla altijd voorzichtig benaderd en zeker niet opgejaagd worden. Dan kunnen ze zelfs gaan bijten en met urine sproeien. Het gemakkelijkste kan het dier opgepakt worden bij de staartwortel en soepel op de arm gezet worden. Met de andere hand worden de oren gepakt en aangedrukt. Een chinchilla went snel aan één persoon. Deze kan de dieren het beste telkens oppakken.

Huisvesting

De meeste kooien zijn erg klein en veel hokken en kooien worden daarom zelf gefabriceerd. Een kamervolière is nog de beste keuze. De grootte voor één dier bedraagt minimaal 100 x 50 x 50 cm en heeft één dichte wand of staat tegen de muur. Aangezien chinchilla's het liefst als paartje worden gehouden, moet de kooi al twee keer zo groot zijn. Het is belangrijker dat de kooi diep en breed is dan hoog. De beste plek is bij kamertemperatuur, op een tochtvrije plek, uit de zon. Een lage luchtvochtigheid (droge lucht) is van belang voor de vachtkwaliteit en om infecties te voorkomen. Omdat een chinchilla, net als een degoe veel knaagt, zijn hout en plastic (splinters) gevaarlijk en kan beter gebruik worden gemaakt van aluminium, glas en gaas. Eventueel kan hout afgeschermd worden met gaas of glas. Op de bodem komt absorberend kattengrit met erbovenop houtkrullen. Voor het klimmen kunnen plankjes worden aangebracht op verschillende hoogten of brede takken. Water wordt gegeven in een fles met drinknippel, want waterbakjes worden snel vies. De diertjes nemen graag een zandbadje van fijn zand dat lijkt op de natuurlijke vulkanische as. Er is voor dit doel speciaal chinchilla-badzand in de dierenspeciaalzaak verkrijgbaar. Het is behalve voor de lichaamsverzorging ook heel belangrijk voor het algemeen welbevinden van het dier. Verschoon dit zand elke dag en plaats het slechts enkele uren in de kooi om te voorkomen dat het als toilet gebruikt gaat worden. Chinchilla's houden ervan om weg te kruipen, zeker als ze slapen of jongen hebben. Daarom worden er houten nestkastjes in het verblijf aangebracht. Niet te hoog om valpartijen, vooral van jongen, te voorkomen.

Voeding

Voor chinchilla's is er speciaal voer p de markt, dat vooral vezelrijk is en weinig tot geen suikers bevat. Een chinchilla heeft maar twee eetlepels chinchillavoer per dag nodig en verder zijn voldoende vers hooi en knaagmateriaal (wilgentakken) prima. Chinchilla's zijn dol op rozijnen, maar geef deze liefst alleen als verwennerij en niet meer dan één per dag. Geef liever wat wortel, gedroogde appel, cranberries (veenbessen), selderij, vijgen, gedroogd brood etc. Maar ook niet meer dan een theelepeltje per dag. Vermijd vetrijke snacks zoals zonnebloempitten en pinda's, daar wordt de chinchilla vooral dik van.

Het beste tijdstip om te voeren is aan het begin van de actieve periode, namelijk 's avonds. Wees voorzichtig met plotselinge voerovergangen of het geven van teveel nieuwe voeding. Daarmee kan de spijsvertering snel van slag raken en dit leidt tot diarree.

Ook de chinchilla eet zijn eigen ontlasting, meestal direct vanuit de anus. Hierin zitten veel voedingsstoffen die zijn geproduceerd door de darmbacteriën.

De chinchilla dient elke dag vers drinkwater tot z'n beschikking te hebben.

Ziekten en vaccinaties

Een gezonde chinchilla is actief, levendig, nieuwsgierig, knaagt en graaft, heeft schone heldere ogen, een droge en schone neus en bek, korte nagels en tanden, een glanzende, gladde vacht en loopt normaal.

Chinchilla's kunnen last krijgen van schimmelinfecties, waardoor er kale plekken in de vacht ontstaan. Om dit te voorkomen is het verstandig om regelmatig een eetlepel zwavel met talkpoeder (verhouding 1:1) toe te voegen aan het badzand.

De chinchilla hoeft niet gevaccineerd te worden.

Diersoortgegevens en voortplanting

  • Leeftijd: 20 jaar
  • Geslachtsrijpheid: 5 - 6 maanden
  • Draagtijd: 3.5 maand
  • Speenleeftijd: 6 - 9 weken
  • Nestgrootte: 1 - 4
  • Oogjes open: onmiddellijk bij de geboorte
Terug naar Diersoortinformatie