Specialiteiten

Onze specialiteiten bij Dierenkliniek Hulst

Kijkoperaties
Onderzoeksmethoden
  • Narcose
  • Narcosebewaking
  • Chirurgie
  • Tandheelkunde

Narcose

Inleiding

Narcose is het in slaap brengen en houden van het dier tijdens een operatieve ingreep. Deze narcose zorgt ervoor dat de chirurg zijn werk goed kan verrichten en de patiënt zo weinig mogelijk last ondervindt van de ingreep.

De narcose heeft de volgende eigenschappen:

  • Vermindering van het bewustzijn, soort slaaptoestand
  • Spierrelaxatie en ontspanning
  • Uitschakeling van het pijngevoel

Tijdens deze toestand onderdrukken we dus een aantal lichaamsfuncties, hierdoor heeft de narcose ook een negatief effect op de ademhaling, de hartslag, de bloeddruk, de doorbloeding van de organen en de temperatuurregulatie. Deze functies moeten uiteraard zo weinig mogelijk belast worden en moeten tijdens de narcose nauwlettend in de gaten gehouden worden. Hiervoor hebben we moderne narcose- en bewakingsapparatuur met tal van mogelijkheden in de operatiekamer.

De narcose kunnen we onderhouden door middel van injectiemethoden of door gasnarcose, waarbij deze laatste de voorkeur geniet vanwege zijn veiligheid en controleerbaarheid.

Premedicatie

Wanneer een dier binnengebracht wordt voor een operatie, krijgt het eerst een kalmeringsspuitje of premedicatie. Door dit medicijn wordt het dier rustig, kan gemakkelijk in een hok geplaatst worden en voelt zich meer op zijn gemak in deze vreemde omgeving.

Het narcosemiddel

Injectie in het bloedvat:
Deze injectie werkt slechts kortstondig, daarom moet het dier nadien aangesloten worden op het gasnarcose-apparaat. Eerst wordt een buisje (tube) in de luchtpijp aangebracht waarop het narcosetoestel wordt aangesloten. Deze tube verhindert ook dat vloeistoffen (bloed, speeksel, braaksel) in de luchtwegen terecht komen. De regeling van de narcose wordt nu door het narcosetoestel overgenomen.

De spierinjectie:
Bij deze methode word een bepaalde hoeveelheid narcosemiddel in de bilspier toegediend. De injectie brengt het dier voor een vaste, tamelijk voorspelbare periode onder narcose. De regeling van de narcosediepte is nagenoeg onmogelijk en deze geneesmiddelen geven sterke onderdrukking van het hart- en circulatiestelsel en van de ademhaling. De uitslaapperiode na deze narcose is langdurig en belastend voor het dier.

De gasnarcose:
Een gasmengsel bestaande uit zuurstof, lachgas en isofluraan wordt via het narcosetoestel aan het dier toegediend. De juiste regeling van deze gassen en hun onderlinge verhouding wordt door het toestel bepaald.

Steeds is zuurstof het basisgas van de narcose, essentieel voor leven bij de patiënt en als drager voor de andere slaapgassen. Zuurstof wordt diep in de longen door de longblaasjes in de bloedbaan opgenomen, wordt in het lichaam omgezet in koolzuur dat op zijn beurt in de longblaasjes via de bloedcirculatie aan de longen afgegeven wordt. Dit afvalgas wordt door het narcosetoestel afgevoerd en uitgefilterd.

De diepte van de narcose is via het toestel continue regelbaar. Lachgas is vooral pijnstillend, vermindert de hoeveelheid isofluraan die toegediend moet worden en is bovendien zeer veilig voor de patiënt.

Isofluraan is het echte slaapmiddel, het moet slechts voor een klein deel verwerkt worden via de nier en lever en het overgrote deel wordt via de luchtwegen weer uitgeademd. Isofluraan is daardoor het veiligste narcosemiddel in de diergeneeskunde.

Narcose met beademing:
Bij een gewone gasnarcose ademt het dier spontaan. Dit wil zeggen dat het dier zelf het ritme en de diepte van de ademhaling bepaalt. Ook het uitademen en de afvoer van het overtollige koolzuur gebeurt spontaan. Omdat narcosemiddelen steeds de ademhaling onderdrukken kan er een situatie van onvoldoende ventilatie ontstaan. Daarom gebruiken wij standaard gasnarcose met automatische beademing. Het toestel bepaalt dan het ritme en het volume van de ademhaling. Dit heeft een zeer veilige en zeer constante narcose tot gevolg.

Uitslapen

Als de operatie klaar is geven we 100% zuurstof, waardoor alle narcosegassen "uitgewassen" worden. Het lichaam wordt vrijgemaakt van koolzuur, lachgas en isofluraan. Hierdoor wordt de hond of kat snel en rustig wakker, waarna het narcosetoestel ontkoppeld wordt.

Het dier gaat dan naar de recovery om verder te ontwaken. De hokken bezitten vloerverwarming of infrarode warmtelampen om de lichaamstemperatuur op peil te houden.

Narcosebewaking

Inleiding

Door de narcose worden een aantal lichaamsfuncties afgezwakt waardoor de narcose een negatief effect heeft op de ademhaling, de hartslag, de bloeddruk en de doorbloeding van de organen. Deze functies mogen zo weinig mogelijk belast worden en moeten tijdens de narcose nauwlettend in de gaten gehouden worden.
Hiervoor hebben we in de operatiekamer enkele mogelijkheden:

  • Het narcosetoestel
  • De beademing
  • De hartmonitor
  • De capnograaf

Het narcosetoestel

Tijdens de narcose meet het narcosetoestel het ademvolume dat tijdens elke ademhaling door de patiënt ingeademd wordt. Bovendien wordt ook de druk gemeten in de luchtwegen. Zo krijgen we een goed inzicht over de ventilatie van de patiënt tijdens de narcose. Het narcosetoestel geeft een alarm bij het wegvallen van de zuurstofdruk, dit kan bij een lekkage of lege zuurstofgasfles. In de gascentrale wordt automatisch een reserve zuurstoffles aangesproken.

De beademing

Standaard werken we met een automatische beademing onder controle van de narcoseapparatuur. Zo weten we precies hoeveel volume er van het gasmengsel aan de hond toegediend wordt en tegen welk ritme. Hierdoor krijgen we een betere ventilatie en een stabiele narcosediepte bij de patiënt.

De hartmonitor

Deze monitor geeft niet alleen het ritme, maar ook de elektrische activiteit (hartfilmpje) van het hart weer. Het hartritme geeft ons een goede indicatie van de narcosediepte.Het hartfilmpje waarschuwt ons onmiddellijk wanneer het hart in de problemen komt.

De capnograaf

De capnograaf doet continu een analyse van de gassen in de in- en uitgeademde lucht van de patiënt. Dit zeer gevoelig apparaat meet de geringste afwijking in een van deze gassen en wordt gebruik om het narcosetoestel optimaal in te stellen en de lichaamsfuncties van de patiënt te controleren.

Bij deze meting is de afgifte van koolzuur de belangrijkste parameter. Het lichaam neemt zuurstof op terwijl koolzuur wordt verwijderd. Dit gebeurt bij elke ademhaling. Indien deze uitwisseling goed plaatsvindt zijn we verzekerd van de volgende processen:

  • Goede bloedcirculatie
  • Goede ademhaling
  • Juiste gassamenstelling
  • Goed afsluiten van de tracheotube (buisje in de luchtpijp)

De specifieke vorm van het capnogram geeft ons onmiddellijk aan waar er een probleem gelokaliseerd is. Verder geeft de capnograaf ons informatie over een aantal andere gassen en oefent zo een controle uit over het lichaam en de werking van het narcosetoestel.

Een overzicht van de capnograafgegevens:

  • Zuurstofgehalte in de ingeademde lucht
  • Lachgasgehalte in de ingeademde lucht
  • Isofluraan in de ingeademde en uitgeademde lucht
  • Ademfrequentie
  • Koolzuurgas in de in- en uitgeademde lucht

Chirurgie

Inleiding

Door onze goede narcose, goed ingerichte operatiekamer en jarenlange ervaring zijn we in staat chirurgisch werk te verrichten op een hoog kwaliteitsniveau tegen betaalbare prijzen. Met de eigenaar worden eerst duidelijke afspraken gemaakt over wat er tijdens de ingreep gaat gebeuren, de vooruitzichten en de kostprijs.

Een schema met richtlijnen voor en na de operatie wordt afgegeven (zie verder: De operatiepatiënt). Onze operatiedagen zijn op dinsdag, donderdag en vrijdag. Hierbij streven we ernaar de operaties in de voormiddag uit te voeren en de dieren nog dezelfde dag naar huis te laten gaan.

Algemene chirurgie

In de loop der jaren heeft dierenarts Margot Aerts zich toegelegd op algemene chirurgie. Hierbij denken we aan buikoperaties (maag, darmen, nieren, blaas, milt en voortplantingsstelsel), operaties waarbij tumoren worden verwijderd, oog- en ooroperaties. Zelfs operaties in de borstholte die speciale narcose met beademing vereisen kunnen worden uitgevoerd (bv. scheur in het middenrif).

Bot- en gewrichtschirurgie

Dierenarts Yves Aerts heeft zich verdiept in bot- en gewrichtsoperaties. Botbreuken kunnen hersteld worden met diverse technieken. Zo zijn er mogelijkheden tot het plaatsen van een pin in de mergholte van het bot tot het plaatsen van een uitwendige fixatie systeem of het herstel van de breuk met schroeftechniek.

Afhankelijk van soort botbreuk, lokalisatie, leeftijd en toestand van het dier wordt een keuze gemaakt uit deze mogelijkheden. Bij gewrichtsoperaties denken we vooral aan schouder, elleboog, heup, maar vooral knie-operaties. Hierbij herstellen we vaak afgescheurde banden of pezen volgens diverse technieken. Ook ingrepen aan het gewrichtskraakbeen of meniscus komen vaak voor. Soms zijn deze afwijkingen het gevolg van groeistoornissen. Bij de hond komen vooral de operatie van de gescheurde kruisband en van de geluxeerde knieschijf het meest voor.

De operatiepatiënt: richtlijnen

Om u goed voor te bereiden op de operatie die uw huisdier moet ondergaan hebben wij hieronder belangrijke informatie op een rijtje gezet.

Vooraf aan de operatie:
Wanneer u een afspraak maakt voor de operatie van uw dier, vermeld dan altijd waarom het gaat, de naam van uw dier en uw eigen naam. Gebruikt uw huisdier bepaalde medicatie, vergeet dan niet ook dit te melden bij het maken van de afspraak. Ook indien het een ouder dier betreft of het dier bijvoorbeeld een hartafwijking heeft kunt u daar het best altijd melding van maken.

De dag van de operatie:

Zorg ervoor dat uw dier nuchter is. Mogelijk kan hij tijdens de narcose braken en kan er voedsel in zijn longen terecht komen. Nuchter zijn betekent dat uw dier de avond voor de operatie vanaf 20.00 uur niet meer mag eten en drinken. Voor katten is het verstandig om ze de avond en nacht voor de operatie binnen te houden om te voorkomen dat ze elders eten gaan zoeken.
Uw huisdier wordt bij Dierenkliniek Hulst verwacht tussen 8.30 en 9.00 uur 's morgens.
Zorg dat uw dier schoon is en geen vlooien heeft.
Laat een hond vooraf plassen en zijn ontlasting doen op een zo schoon mogelijke plaats.
Breng een kat in een stevig mandje.
Laat altijd uw telefoonnummer achter waarop u de dag van de operatie te bereiken bent.

 

 

De eerste uren na de operatie:
Uw huisdier komt na de operatie bij uit de narcose in een verwarmde omgeving. Indien nodig krijgt hij antibiotica en pijnstilling toegediend. Wanneer uw dier weer voldoende wakker is mag hij naar huis.

Terug thuis:

Eten en drinken wegzetten.
De narcose heeft tot gevolg dat uw dier een beetje suf, moe en misselijk kan zijn. Laat hem op een warme, en rustige plek (binnen) uitslapen en let erop dat hij niet weer terug suf wordt.
Wanneer uw dier weer goed rondloopt en een fitte indruk maakt, kunt u hem wat te drinken geven.
Laat uw hond even buiten om te plassen.
Geef uw dier pas 's avonds eten en dan het slechts een kleine maaltijd.
Een opmerking voor uw kat: zorg ervoor dat een kat thuis niet op hoge meubels springt. Laat hem eventueel in het reismandje zitten of houd hem in een kleine ruimte tot hij weer stevig op de been is.

 

 

Hechtingen:
Tien dagen na de operatie mogen de hechtingen verwijderd worden. Dit kan tijdens het spreekuur. Soms maken we ook voor de huid gebruik van oplosbare hechtingen. Deze moeten niet verwijderd worden.

Opmerkingen:
Als alles goed verloopt zal uw huisdier weer snel de oude zijn. Maar soms gebeuren er dingen waardoor u ongerust wordt. Het is verstandig om uw dierenarts te raadplegen indien:

Uw dier enkele uren na thuiskomst nog steeds erg suf is of steeds suffer wordt.
Uw dier erg koud aanvoelt.
Er meer dan enkele druppels bloed uit de wond komen of als het dier bleek wordt.
Uw dier veel braakt.
Uw dier de dag na de operatie nog niet wil drinken en de tweede dag na de operatie nog niet wil eten.
Het dier thuis erg onrustig wordt.
Uw dier aan de wond likt of krabt of wanneer de wond rood en/of dik wordt.

 

Tandheelkunde

Inleiding

In de diergeneeskunde krijgen we vaak te maken met gebitsproblemen bij de huisdieren. Eigenlijk is de dierenarts dus ook de tandarts van uw huisdier. Omdat we bij de huisdieren geen gebruik maken van gebitsprothesen is de preventie, het onderhoud en herstel van het gebit van groot belang. In onze dierenkliniek hebben we een moderne tandartsboorunit en ultrasone gebitsreiniger om al de problemen op te lossen.

De preventie

De eerste stap in de tandheelkunde is steeds de preventie van de problemen. Dit doen we door het nemen van de volgende maatregelen:

  • Toedienen van de juiste dagelijkse voeding
  • Hanteren van de juiste voedingsmethode
  • Speciale voeding ter reiniging van het gebit
  • Tanden poetsen met speciale pasta
  • Gebitscontrole bij jonge dieren, standafwijking corrigeren, overtollige tanden trekken

Meer gegevens hierover vindt u bij de diersoortinformatie verder op deze site.

Tandsteen

Bij de hond en de kat vormt de aanwezigheid van tandsteen een groot probleem. Dit is zeker het geval bij de oudere dieren. Het deskundig verwijderen van deze tandplak is dan ook routinewerk in onze dierenkliniek. Deze ingreep gebeurt onder volledige narcose en met een ultrasoon apparaat dat met hoogfrequente trillingen het tandplak verwijdert zonder het glazuur te beschadigen.

Nadien wordt het gebit gepolijst met speciale pasta, waardoor het glazuuroppervlak zo glad wordt dat het wederom vasthechten van tandplak bemoeilijkt wordt.

Tandheelkundige ingrepen

Ook voor het deskundig verwijderen van tanden, het afslijpen van tanden en het uitboren van resterende wortels, hebben we voldoende kennis en apparatuur in huis.