Honden

Informatie over honden

  • Jaarlijkse controle
  • Verzorging mondholte
  • Identificatie
  • Loopsheid hond
  • Sterilisatie teef
  • Castratie reu
  • Ongewenste dekking bij de teef
  • De oudere hond

Jaarlijkse controle

Eénmaal per jaar ontvangt u een bericht dat u eraan herinnert dat uw hond voor zijn jaarlijkse spuit(en) bij de dierenarts wordt verwacht. Uiteraard vindt er naast het geven van de vaccinaties een algehele controle van uw hond plaats.

Allereerst wordt gekeken naar de algemene indruk van de hond, is hij oplettend, vertoont hij normaal gedrag? Hoe is het gewicht van de hond, is hij niet te dik of juist te mager? Daarnaast worden oren goed bekeken, geen irritatie van de oorschelp, oorontsteking of oormijt. Zijn de oren schoon. Ook worden de ogen gecontroleerd, zijn ze helder, niet geïrriteerd, hoe is de pupilstand.

De huid kan onderzocht worden op vlooien en teken, kale plekken, bijtplekken, extreem haaruitval, schilfers en algemene conditie van de huid. De mondholte wordt bekeken en beoordeeld op kleur van het tandvlees, tandsteen, geur en eventueel loszittende tanden.

Het hart en de longen worden nauwkeurig beluisterd, waarbij eventuele beginnende afwijkingen in een vroegtijdig stadium kunnen worden geconstateerd.

Bij de jaarlijkse controle raadt de dierenarts ook aan uw hond te ontwormen. Dit ontwormen kan altijd gecombineerd worden met de vaccinaties die uw hond nodig heeft. Eénmaal per jaar ontwormen volstaat, behalve wanneer u kleine kinderen heeft dan is het aan te bevelen uw hond minimaal twee keer per jaar te ontwormen. Ontwormmiddelen kunt u altijd in de praktijk komen ophalen.

Hieronder volgt een lijst welke u thuis voor de jaarlijkse enting al eens kunt bekijken en eventueel aangeven wanneer het op uw hond van toepassing is.

Algehele conditie / gedrag

  • Neusuitvloei / veel niezen
  • Hoesten of kortademigheid
  • Snel vermoeid tijdens uitlaten
  • Vaker stijf of kreupel
  • Moeilijk vanuit lighouding opstaan
  • Problemen met traplopen en/of springen
  • Pijn of piepen bij sommige bewegingen
  • Veranderde eetlust
  • Overgewicht / vermagering
  • Slomer of juist actiever gedrag
  • Afwijken gedrag (bijvoorbeeld agressie, janken of problemen met herkenning)
  • Doofheid
  • Vaker tegen dingen oplopen
  • Afzondering

Huid en vacht

  • Vachtafwijkingen : jeuk / verharen / kaalheid
  • Lange nagels
  • Schudden met de kop / krabben aan de oren
  • Knobbels voelbaar in de huid of de melkklieren

Gebit

  • Slechte adem
  • Te rood of bloedend tandvlees
  • Verlies van tanden / kiezen
  • Moeite met eten / kluiven
  • Kwijlen

Maagdarmkanaal

  • Regelmatig braken
  • Diarree of wisselend dunne ontlasting
  • Problemen met ontlasting (persen, erg droge ontlasting)
  • Bloed of slijm in ontlasting
  • Wormen in ontlasting

Urinewegen / geslachtsapparaat

  • Meer drinken
  • Meer of vaker plassen
  • Onbewust of bij het opstaan urine laten lopen
  • Uitscheiding uit penis of vagina

Verzorging mondholte

Het gebit van uw huisdier heeft, net als uw eigen gebit, regelmatig verzorging nodig. Bij veel honden vormt zich in de loop van hun leven tandsteen op tanden en kiezen. Dit veroorzaakt een bijzonder onaangename lucht uit de bek. Erger is dat tandsteenvorming gepaard gaat met tandvleesontsteking, waardoor de bevestiging in de kaak aangetast wordt en tanden en kiezen los kunnen gaan zitten. Kortom veel ongemak voor uw hond en uzelf.

U kunt dit probleem grotendeels voorkomen door al op jonge leeftijd met gebitsverzorging te beginnen. Wen uw hond eraan twee keer per week het gebit te poetsen. Het gaat hierbij vooral om de buitenkant van alle hoektanden en kiezen, omdat hier speekselklieren uitmonden en de tandplak het eerst begint. Poets met een speciale pasta met vlees of vissmaak en een aangepast fluorgehalte ten opzichte van de tandpasta voor mensen. Speciale (vinger)tandenborstels en tandenpasta zijn bij uw dierenarts verkrijgbaar.

Geef de hond regelmatig harde kauwbotten, zodat hij zelf z'n gebit schoon kan houden. Stokken en kippenbotjes geven splinters en stenen veroorzaken sterke afslijting van het gebit en zijn dus niet geschikt.
Ook het geven van harde, droge brokken verdient de voorkeur boven blik- of dinervoeding. De harde brokken zorgen voor schuren langs de tanden en kiezen en hebben minder sterk de neiging om voedselresten af te geven. Bovendien is bij de dierenarts speciale voeding verkrijgbaar die de vorming van tandsteen voorkomt. Raadpleeg hiervoor uw dierenarts!

Doordat tanden niet gepoetst worden ontstaat er een dun ruw laagje op de tanden, tandplak. Bacteriën voeden zich met voedselresten en tandplakvorming is het gevolg. Wanneer mineralen uit het speeksel zich aan de tandplak hechten ontstaat tandsteen; een harde geelbruine laag.

Eerste aanwijzingen voor de aanwezigheid van gebitsproblemen zijn:

  • Een blijvend slechte adem
  • Moeilijk kauwen en zelfs verminderde eetlust
  • Gevoelige mond en ontstoken tandvlees.

De bacteriën in de tandplak veroorzaken, samen met hun afscheidingsproducten, een ontsteking van het tandvlees. Door de ontsteking komt het tandvlees los te zitten. Hieronder blijven voedselresten steken en gevolg is dat het tandvlees zich terugtrekt, de wortels van tanden en kiezen komen bloot te liggen en uiteindelijk gaan tanden en kiezen los zitten.

Het tandvlees is voorzien van een dicht netwerk kleine bloedvaatjes. In geval van tandvleesontsteking kunnen de bacteriën via het tandvlees in de bloedbaan terecht komen en vervolgens elders in het lichaam ontstekingen veroorzaken, zoals in het hart, de lever en de nieren. Een gezonde mondflora is dus van invloed op de algehele gezondheid van uw hond.

Wanneer er tandsteen is ontstaan is dit niet meer met tandenpoetsen te verwijderen. Behandeling van het gebit gebeurt onder narcose, waarna het gebit gereinigd en eventueel gesaneerd wordt. Indien nodig wordt de aanwezige tandvleesontsteking met medicijnen behandeld. Na een dergelijke behandeling is het raadzaam om de tanden van uw hond twee keer per week te poetsen.

Op de leeftijd van vier tot zes maanden wordt het melkgebit vervangen door het blijvende gebit. Bij sommige kleine hondenrassen blijven nogal eens melktanden zitten. Hierdoor kunnen afwijkingen ontstaan in de stand van het blijvende gebit. De melkhoektanden blijven vaak zitten en belemmeren de uitgroei en goede stand van de nieuwe blijvende hoektanden. De wortels van deze melkhoektanden zijn langer dan het zichtbare deel. Ze moeten dan ook onder narcose met grote voorzichtigheid verwijderd worden. Een regel is dat nooit twee dezelfde tanden of kiezen aanwezig mogen zijn.

Identificatie

In Nederland wordt elke hond die gefokt wordt volgens de rasvereniging voordat hij naar de nieuwe eigenaar gaat gechipt. Deze microchip (ter grootte van een rijstekorrel) wordt onderhuids aangebracht. De injectie gebeurt vrijwel pijnloos en vereist geen verdoving. De chip bevat een unieke identificatiecode, die met de Nederlandse landencode "528" begint. Hierna wordt het nummer gekoppeld aan de nieuwe eigenaar en verwerkt in een database.

Dit systeem is onuitwisbaar, niet te vervalsen en werkt levenslang. Wanneer uw hond ergens gevonden wordt, kan de chip afgelezen worden en zodoende onmiddellijk nagegaan worden wie de eigenaar is. Het aflezen gebeurt door middel van een elektronisch afleesapparaat, wat bijna bij elke dierenarts, elk dierenasiel, de dierenambulance en sommige gemeenten aanwezig is.

Wanneer uw hond nog getatoeëerd is of om een andere reden niet gechipt is, kunt u ten alle tijden uw hond laten chippen en registreren bij Dierenkliniek Hulst. De chip voldoet aan de ISO-standaard, wat inhoudt dat de chip van uw hond ook in het buitenland kan worden afgelezen (bv tijdens vakanties). De landscode vertelt onmiddellijk uit welk land de hond afkomstig is. Dankzij internet kan nog sneller het adres van een gechipt dier worden gevonden.

Raadpleeg daarvoor:

De Stichting Nederlandse Databank Gezelschapsdieren (NDG)PetMaxx

Loopsheid hond

Een teef is gemiddeld twee keer per jaar loops. Deze loopsheid kan bij de ene hond veertien dagen duren en bij de andere hond tot wel twintig dagen. Tijdens de eerste periode wil de teef niet gedekt worden, hoewel ze reuen aantrekt. De vulva is opgezwollen en ze verliest bloed.

Halverwege de loopsheid is een teef twee tot drie (soms tot vijf) dagen vruchtbaar. Dit is echter tussen de 9e en 15e dag, meestal van de 11e tot de 13e dag. Sommige teven kunnen echter twee weken, of zelfs nog later, na de loopsheid bevrucht worden. De spermatozoïden van een reu zijn heel resistent. Er is altijd een meervoudige eisprong bij teven. Als ze zich meerdere keren laten dekken, kunnen de pups van verschillende vaders zijn.

Tijdens de loopsheid kan een reu de teef tot op grote afstand ruiken aan de urine. Veel reuen gaan dan op zoek nar de teef. Bedenk dat uw teef te allen tijde gedekt kan worden, dus laat haar nooit alleen buiten.

Men kan voorkomen dat de hond loops word met hormonale contraceptiva, waardoor de cyclus tijdelijk onderbroken wordt. De contraceptie kan per injectie gegeven worden. Deze producten moeten gegeven worden tijdens de onvruchtbare periode, ongeveer een maand voordat de teef loops zou moeten worden. Deze contraceptie heeft echter veel nadelen, zoals het veroorzaken van baarmoederontsteking, suikerziekte, tumoren van de melkklieren en wordt daarom tegenwoordig nog zelden toegepast.

Als de hond niet voor het fokken bestemd is, is het beter om een definitieve oplossing te kiezen en de hond te laten steriliseren. Bij deze ingreep worden de eierstokken verwijderd en komt de seksuele cyclus stil te liggen. Dit kan het beste voor het begin van de puberteit gedaan worden, dan is het risico voor het ontstaan van melkkliertumoren kleiner. Zie voor verder uitleg "Sterilisatie teef".

Sterilisatie teef

De sterilisatie van een teef kan vanaf zes maanden plaatsvinden. De teef kan gesteriliseerd worden voor de eerste loopsheid of drie maanden na de eerste loopsheid. Bij oudere honden is het het best om de teef te steriliseren tussen twee loopsheden in, oftewel drie maanden na de laatste loopsheid.

De sterilisatie is een buikoperatie. De hond wordt met behulp van onze geavanceerde gasnarcose-installatie, waarbij het dier beademd wordt en de hartslag nauwkeurig te volgen is, in slaap gehouden. De vorm van narcose is de meest veilige vorm van narcose die momenteel bij dieren wordt toegepast.

De onderhuidse hechting zorgt voor minimale irritatie en lost na verloop van tijd vanzelf op.

Sterilisatie van de teef heeft als voordeel dat:

  • Het probleem van anti-conceptie tot het verleden behoort en daarmee ook de onhygiënische loopsheid;
  • Het ontstaan van melkkliertumoren voorkomen wordt;
  • Baarmoederontsteking voorkomen wordt;
  • De kans op suikerziekte veel kleiner wordt;
  • Er geen schijnzwangerschap meer kan optreden (dit treedt meestal zes tot acht weken na de eisprong);
  • Er geen gedragsveranderingen meer zijn tijdens de loopsheid en/of schijndracht;
  • Een erg onzekere teef door sterilisatie wat zekerder kan worden.

Helaas kan sterilisatie ook leiden tot een paar nadelen namelijk:

  • Vachtveranderingen zijn mogelijk, dit uit zich meestal in een doffere vacht;
  • Na sterilisatie daalt de stofwisseling, waardoor het dier minder energie nodig heeft. Gevolg kan zijn dat het dier verdikt wanneer dezelfde hoeveelheid voer van voor de sterilisatie gegeven wordt, minder voeding geven is hier dan de oplossing;
  • Een zeer dominante teef mogelijk nog dominanter wordt. De 'oestrogenen' (= vrouwelijk geslachtshormoon) verdwijnen, waardoor de teef als het ware "meer man" wordt, andere hormonen krijgen de overhand.

Castratie reu

De castratie van een reu kan vanaf zes maanden leeftijd plaatsvinden op elke willekeurig moment. De castratie is een kleine ingreep met een minimaal risico. De hond wordt met behulp van onze geavanceerde gasnarcose-installatie, waarbij het dier beademd wordt en de hartslag nauwkeurig te volgen is, in slaap gehouden. De onderhuidse hechting zorgt voor minimale irritatie en lost na verloop van tijd vanzelf op.

Castratie van de reu heeft als voordeel dat:

  • De hond geen last meer heeft van voorhuidontsteking, door de castratie vindt een testosteronverlaging plaats, waardoor er nog zelden klachten zijn;
  • Prostaatvergroting (met als gevolg problemen met plassen en ontlasting) op latere leeftijd voorkomen wordt, castratie zorgt voor prostaatverkleining;
  • De reu niet meer "op pad" gaat naar loopse teven in de buurt;
  • De hypersexualiteit verdwijnt, bv het berijden van mensen, dit kan echter ook dominant gedrag zijn;
  • Het afbakenen van het territorium (overal de poot oplichten) verdwijnt;
  • De agressie naar andere honden (reuen) verdwijnt in 60% van de gevallen.

Helaas kan castratie ook leiden tot een paar nadelen namelijk:

  • Vachtveranderingen zijn mogelijk, dit uit zich meestal in een doffere vacht;
  • Na castratie daalt de stofwisseling, waardoor het dier minder energie nodig heeft. Gevolg kan zijn dat het dier verdikt wanneer dezelfde hoeveelheid voer van voor de castratie gegeven wordt, minder voeding geven is hier dan de oplossing.

Ongewenste dekking bij de teef

De loopsheid van de teef en de specifieke bronstgeur wekken de paringsdrift van de reu op. De reu weet dus zelfs op grote afstand een loopse teef te vinden. Een teef wordt normaal gesproken om de zes maanden loops, meestal tussen januari en april en tussen augustus en oktober. De teef is dan ongeveer drie weken loops. Tijdens deze loopsheid verliest de teef een bloederige afscheiding. Wanneer gevreesd wordt dat de teef ongewenst gedekt is, moet worden nagegaan hoe groot de kans op dracht is.

Is de dekking gezien?

Dan is het belangrijk om te weten of de reu tijdens de dekking goed "gekoppeld" was aan de teef (15-25 min). Hierbij bespringt de reu de teef en brengt zijn penis in de schede van de teef. Het zwellichaam van de penis gaat opzwellen zodat de reu "gekoppeld" blijft (ook wel "hangen" genoemd). Meestal vindt de zaadlozing reeds in het begin plaats.

Heel belangrijk is het tijdstip van de dekking. De meest vruchtbare periode is het middengedeelte van de loopsheid, meestal tussen de 11de en de 13de dag. Men kan stellen dat de meest vruchtbare periode is aangebroken als de uitwendige geslachtdelen van de teef weer wat beginnen te slinken en de meest donkerrode uitvloeiing lichtrood of zelfs ongekleurd wordt.

Is mijn hond nu zwanger?

De duur van de dracht bij honden is negen weken (58-63 dagen, kan tot 68 dagen). Er is nog geen predictortest beschikbaar (binnenkort wel op de markt). Wel is het mogelijk om vanaf dag 25, liefst rond dag 30, een echo te laten maken om de zwangerschap met zekerheid vast te stellen. Op dag 28 kan de dierenarts door palpatie (= door de buikwand heen voelen) een eventuele zwangerschap vaststellen. Vanaf dag 45 kan de zwangerschap met behulp van radiografie (röntgenfoto) vastgelegd worden, waarbij tevens het aantal jongen geteld kan worden.

Oplossingen

Wanneer blijkt dat uw hond ongewenst zwanger is, zijn er een aantal oplossingen voorhanden. Natuurlijk kunt u besluiten de hond gewoon puppies te laten krijgen. Bedenk echter wel dat het goed grootbrengen van een nest jonge honden veel tijd, energie en geld kost!

Ook wanneer u besluit de zwangerschap af te breken zijn er een drietal mogelijkheden:

Ten eerste kan de teef gesteriliseerd worden, dit liefst voor halverwege de zwangerschap. Dit steriliseren heeft tevens als voordeel dat de teef niet meer loops wordt. Ook het risico op melkkliertumoren verkleint en minder kans op suikerziekte. Geen gevaar meer voor baarmoederontsteking en geen schijndracht.

Een andere manier om de ongewenste zwangerschap af te breken is het toedienen van twee injecties met een tussentijd van 24 uur. Deze injecties kunnen gegeven worden vanaf dag 0 tot dag 45 na de dekking. De injecties bevatten een werkzaam bestanddeel aglépristone, dat ervoor zorgt dat de vruchten niet kunnen nestelen in de baarmoeder in een vroeg stadium en in een later stadium voorkomt het dat progesteron de dracht onderhoudt, waardoor de dacht wordt afgebroken en de foetussen afdrijven. Dit product is zeer veilig en vergroot de kans op baarmoederontsteking niet!

Een derde methode om de ongewenste zwangerschap af te breken is het toedienen van een hormoonpreparaat (oestrogeen) per injectie vlak na de dekking (tweede dag en herhalen op de vierde dag). Deze methode is echter verouderd en niet aan te raden daar het een vergrote kans op baarmoederontsteking bij de teef geeft.

De oudere hond

Niet alleen mensen maar ook honden worden steeds ouder. Factoren die hierbij een rol spelen zijn:

Grote vooruitgang op het gebied van diergeneeskundige kennis, apparatuur en diergeneesmiddelen, waardoor dierenartsen meer aandoeningen kunnen vaststellen en met succes kunnen behandelen. Betere kennis over de voedingsbehoeften van de hond en de beschikbaarheid van uitgebalanceerde, kwalitatieve diervoeding. Betere verzorging door en meer kennis bij de eigenaar. Honden zijn tegenwoordig een lid van het gezin en eigenaren besteden veel tijd aan het gezond houden van hun dier. Ze worden jaarlijks gevaccineerd, regelmatig ontwormd, de vacht en het gebit worden goed verzorgd, ze krijgen een verantwoorde voeding en de dierenarts wordt regelmatig bezocht. Ook worden steeds meer honden verzekerd.

De ontwikkeling van programma’s voor preventieve gezondheidszorg, waardoor problemen in een vroeger stadium worden onderkend en eerder wordt gestart met de behandeling.

Hierdoor komen dus steeds meer bejaarde en hoogbejaarde dieren bij de dierenarts in de praktijk. We spreken we van een ouder hond bij de volgende leeftijd:

  • Kleine rassen: 9-13 jaar
  • Middelgroot: 9-11.5 jaar
  • Groot: 7.5-10.5 jaar
  • Zeer groot: 6-9 jaar

Bij deze leeftijd loopt de hond meer risico’s op gezondheidsproblemen die uiteindelijk van invloed zijn op hun levensverwachting.

Bij deze dieren is het aan te raden extra op te letten. Zijn er veranderingen ten aanzien van eten, drinken, ontlasting, braken, gewicht, activiteiten/uithoudingsniveau, geur, tumoren, hoesten, niezen, moeilijker opstaan/trappenlopen/springen en pijnuitingen.

Honden van acht jaar en ouder hebben gemiddeld 20% minder energie nodig dan hun jongere soortgenoten. Ook hebben oudere honden bij een gelijk gewicht een hoger vetpercentage en minder spierweefsel. Daarnaast worden honden met het verstrijken van de jaren minder actief. Wanneer de voeding niet wordt aangepast, is de kans groot dat uw hond in de loop van de jaren te zwaar wordt. Het is dan ook raadzaam om uw hond op uitgebalanceerde seniorenvoeding te zetten. Bovendien zijn in deze voeding speciale anti-oxidanten verwerkt die het verouderingsproces vertragen en de natuurlijke afweersysteem versterken.

Ook is het mogelijk dat het gedrag van uw hond veranderd. Stevige wandelingen in de frisse lucht, het aanleren van kleine trucjes en zoekspelletjes kunnen helpen om een oudere hond actief en levenslustig te houden.

Ook is het raadzaam een ouder dier regelmatig voor controle bij de dierenarts aan te bieden, een halfjaarlijkse check-up is geen overbodige luxe, uw dierenarts is immers nog beter in staat eventuele tekortkomingen bij uw hond op te sporen.

Terug naar Diersoortinformatie