Vlooien zijn de meest voorkomende parasieten bij de hond. Deze tot 3.5 mm grote insecten voeden zich met bloed van hun gastheer. De twee meest voorkomende vlooien zijn de kattenvlo (Ctenocephalides felis) en de hondenvlo (Ctenocephalides canis). Kattenvlooien komen ook bij de hond voor.
Vlooien zijn beweeglijke, springerige, bruinzwarte insecten. Ze springen op hun gastheer om bloed te zuigen. Omdat vlooien lichtschuw zijn vindt u ze vooral in dichtbehaarde delen van uw huisdier. Ze zuigen bloed, tot 20 keer het volume van hun eigen maag, en scheiden dit bijna onmiddellijk uit, zodat het nauwelijks verteerd wordt. De uitwerpselen zien eruit als zwarte korreltjes. Ze geven een roodbruin vlekje als ze op een natte tissue worden gelegd (= onverteerd bloed).
Een andere vervelende eigenschap is dat vlooien hun gastheer bijna nooit vrijwillig verlaten. Bovendien vermenigvuldigen vlooien zich razendsnel. Vrouwelijke vlooien leggen meer dan 100 eitjes per dag. De eitjes vallen op de grond en besmetten zo de hele omgeving. Binnen tien dagen komen de larven uit. Zij voeden zich met de uitwerpselen van volwassen vlooien. Larven zijn met het blote oog nauwelijks waarneembaar, bovendien verstoppen ze zich op warme plaatsen in vloerbedekking, kleine kieren en spleten van bijvoorbeeld het parket. Binnenshuis ontwikkelt de larve zich na één tot drie weken tot cocon, die hem ideale bescherming biedt.
De vlo wacht vervolgens geduldig op het volgende slachtoffer. Dit kunnen honden, katten, maar ook de mens zijn. De vlo kan maar liefst 140 dagen overleven in z'n cocon. Wanneer een nieuwe gastheer voorbijloopt of in de buurt gaat liggen, zal de vlo zich in de warme vacht hechten en daar een nieuwe start maken van de levenscyclus.
Het meest bekende probleem dat een vlo veroorzaakt is jeuk. Uw hond zal zich gaan krabben en zo kunnen korstjes ontstaan. Vooral op de rug, bij de flanken en aan de staartbasis. Uw hond kan ook allergisch zijn voor vlooien; dit wordt veroorzaakt door het speeksel van de vlo, dat ingespoten wordt als de vlo bloed zuigt. Door de jeuk gaat de hond zich likken, bijten of krabben, waardoor een ernstig huidprobleem kan ontstaan.
Jonge pups kunnen zoveel last hebben van vlooien dat er uiteindelijk ernstige bloedarmoede ontstaat waardoor ze kunnen sterven. Vlooien kunnen ook een lintworminfectie overbrengen.
Tenslotte kunnen wij zelf ook last van de vlooien hebben. De beten laten jeukende bultjes achter op de huid van onze armen en benen.
Wanneer uw hond met vlooien besmet is, is het noodzakelijk direct uw hond met een product te behandelen dat de vlooien doodt. Bij een ernstige besmetting dient ook de omgeving behandeld te worden met een speciale omgevingsspray. Goed stofzuigen is altijd aan te raden, daar 90% van de vlooien niet op uw hond zitten.
Alhoewel een besmetting met vlooien hardnekkig kan zijn en heel wat nare gevolgen met zich mee brengt, hoeft het allemaal niet zo ver te komen. Vergeet ook niet dat vlooien zich verder kunnen ontwikkelen in de winter dankzij de centrale verwarming. Zoals altijd is voorkomen beter dan genezen. Dien uw hond preventief vlooienbehandeling toe, zodat u vlooien te snel af bent.