Fokken met de hond

Informatie over fokken

Fokken met de hond

Het fokken van een goed nest wordt vaak onderschat. Er komt namelijk nogal wat bij kijken. Reu en teef moeten geschikt zijn, het juiste moment van dekken moet worden vastgesteld en de dracht moet begeleid worden. Tenslotte verdient de teef en haar pups een goede verzorging wat uiteraard het nodige werk met zich mee brengt.

Voorat u wilt gaan fokken met uw hond(en), in het bijzonder met rashonden, dient u eerst twee dingen vast te stellen:

  1. Voldoet de teef ruimschoots aan de typische kenmerken en eigenschappen, die aan dat ras worden gesteld
  2. Bestaat de kans op het doorgeven van erfelijke afwijkingen?

Hierover kunt u uitgebreide informatie opvragen bij de betreffende rasvereniging of kynologenclub.

De meest geschikte leeftijd van een teef om jongen te krijgen, is vanaf de derde loopsheid (meestal op een leeftijd van twee tot drie jaar) tot en met het zevende jaar.

Het is overigens een misverstand om te denken dat het beter voor de gezondheid van de teef zou zijn als ze een nestje krijgt. Een teef is gemiddeld twee keer per jaar loops. Deze loopsheid kan bij de ene hond veertien dagen duren en bij de andere hond wel twintig dagen.

Halverwege de loopsheid is de teef twee tot drie dagen vruchtbaar. Bij de meeste teven van de 11e tot de 13e dag. Het juiste tijdstip om te laten dekken is redelijk goed te herkennen aan een verminderde uitvloei en de zogenaamde 'sta-reflex' die te teef vertoont in aanwezigheid van een reu. Het is gebruikelijk de teef gedurende de vruchtbare dagen twee maal te laten dekken met één dag tussentijd.

Indien het allemaal niet vanzelf gaat, dan kan het juiste dektijdstip ook nauwkeuriger worden bepaald door op gezette tijden bloedmonsters te nemen en daarin het progesteronverloop te meten.

Als een reu en teef niet tot paring kunnen komen dan kan in speciale gevallen zelfs kunstmatige inseminatie toegepast worden. Bij Dierenkliniek Hulst kunt u altijd terecht voor meer informatie hierover.

De draagtijd van een hond is gemiddeld 61-63 dagen, soms enkele dagen langer bij een klein aantal pups. Vier weken na de dekking kan de dierenarts door te voelen, vaststellen of de teef daadwerkelijk drachtig is aan de zogenaamde "vruchtkamertjes". Deze kunnen dan ook zichtbaar gemaakt worden door echo. Pas na ongeveer zes weken (ook afhankelijk van het aantal pups) krijgt de teef een dikkere buik. Vanaf 47 dagen na de dekking kan met behulp van radiografie bepaald worden hoeveel pups de teef zal werpen. Tijdens de eerste zes weken van de dracht kunt u de teef de gewone voeding geven zoals ze gewend is en ook dezelfde hoeveelheid. De laatste twee tot drie weken van de dracht is het raadzaam de teef extra te voeden. Het beste is het ook om de teef dan puppyvoeding te geven.

Ontworm de teef een week voor de bevalling. Zorg er ook voor dat de teef volledig ingeënt is voordat ze loops wordt.

De bevalling

Voor een vlotte bevalling is rust van het grootste belang! Zoek naar een rustige, warme plek, goed afgescheiden van eventuele andere honden. De plek dient goed afgemaakt te zijn (bv. een grote houten kist met wat kranten en dekens). Laat de teef een week voor de bevalling aan deze omgeving wennen.

Pasgeboren pups kunnen zichzelf moeilijk warm houden; daarvoor hebben ze hun moeder of een verwarming nodig. Een warmtelamp is zeer geschikt. Hang deze boven een hoek van de werpkist, zodat de pups zich kunnen koesteren, maar het tegelijkertijd niet te warm krijgen. De meest geschikt temperatuur in de werpkist gedurende de eerste week is 20-22°C en recht onder de lamp 26-27°C. Voor moederloze pups is de temperatuur bij voorkeur hoger: 30-31°C.

De geboorte kondigt zich meestal een dag van te voren aan; de teef is onrustig en vertoont "nestelgedrag". Haar lichaamstemperatuur is nu één graad lager dan gewoonlijk. Als ze gat hijgen zijn de weeën begonnen. Wanneer er wat helder, lichtgroen vruchtwater komt, wordt de eerste pup binnen enkele uren geboren.

Tijdens de bevalling dient de temperatuur in de werpkist circa 25°C te zijn. Tijdens de bevalling mag de tijd tussen de geboorte van de pups niet langer dan twee tot drie uur zijn. Indien dit wel het geval is contacteer dan uw dierenarts. Deze kan de teef dan een injectie oxytocine ter stimulatie van de weeën toedienen. De gemiddelde tijd tussen de geboorte van twee pups is 45 minuten. Let op! Wordt een pup in stuit geboren, laat dan geen kostbare tijd verloren gaan en trek hem er voorzichtig uit!

Een pasgeboren pup wordt door de moeder schoongelikt. Zo haalt de teef de vruchtvliezen weg en stimuleert ze de ademhaling. De navelstreng scheurt meestal vanzelf op de goede plaats af, mocht dit niet gebeuren, dan kunt u hierbij voor zicht helpen. Indien de navel blijft bloeden, mag u deze op 1 à 2 cm van de buik afbinden met een draadje garen. Laat de teef met de pups verder met rust. De pups vinden al gauw een tepel. Door te zuigen stimuleren ze de melkgift, maar ook de voortgang van de bevalling. De nageboortes komen steeds na elke pup, de teef eet deze meteen op.

Raadpleeg altijd direct de dierenarts als:

  • De teef twee dagen over tijd is.
  • Er donkergroene uitvloeiing komt.
  • Er na 30 minuten krachtige buikpers geen pup komt.
  • Er sinds de laatste pup al twee uur versteken is, terwijl er nog meer pups worden verwacht.
  • De teef overstuur is of zich agressief gedraagt tegen haar pups.
  • De teef na de geboorte onrustig blijft (misschien is er nog een pup of een nageboorte achtergebleven of dreigt er ontsteking van de melkklieren).

Direct na de bevalling moeten de pups en natuurlijk ook de teef goed gecontroleerd worden door de dierenarts en de teef krijgt een injectie oxytocine om de baarmoeder te laten samentrekken.

Het is nu vooral belangrijk dat de teef gezond blijft. Ze zal dan een rustig gedrag en een goede eetlust hebben. Hygiëne is erg belangrijk om infecties te voorkomen. Dus altijd eerst handen wassen en de bezoekers niet aan de pups laten komen. Verschoon de bodembedekking vaak. De behoefte aan eten kan twee tot drie keer zoveel zijn dan gewoonlijk. Ook nu is het raadzaam puppyvoeding te geven.

De pups worden doof en blind geboren en zullen al snel de weg naar de tepels vinden om te drinken. Indien dit niet het geval is zult u de pups een handje moeten helpen. Na circa tien dagen gaan de oogjes open, vanaf die tijd begint de pup langzaamaan te zien. De eerste weken heeft u nog niet veel werk aan de pups. Let erop dat ze goed groeien en houdt het gedrag goed in de gaten. Wanneer de pups twee weken oud zijn dienen zowel de pups als teef ontwormd te worden. Er zijn speciale ontwormpasta's bij de dierenarts verkrijgbaar die gemakkelijk bij de pups zijn toe te dienen.

Het is belangrijk om te weten of een pup goed groeit. Noteer het geboortegewicht van de pups en blijf ze voorlopig één of twee maal per dag wegen. Zo controleert u de groei en dus de melkopname per dag.
De eerste vier weken worden de pups volledig gevoed met moedermelk, vanaf vier weken kunt u de pups bijvoeden met speciale pap en/of geweekte puppybrokjes.

Wanneer de pups zes weken oud zijn krijgen ze hun eerste vaccinatie, de zogenaamde puppyvaccinatie. Tegelijkertijd wordt de pup door de dierenarts uitvoerig onderzocht.

Op een leeftijd van acht tot negen weken kunnen de pups naar hun nieuwe eigenaar. Op negen en twaalf weken moeten ze nog tweemaal ingeënt worden, waarna deze vaccinatie jaarlijks herhaald dient worden.

Terug naar Honden