Voor een vlotte bevalling is rust van het grootste belang! Zoek naar een rustige, warme plek, goed afgescheiden van eventuele andere honden. De plek dient goed afgemaakt te zijn (bv. een grote houten kist met wat kranten en dekens). Laat de teef een week voor de bevalling aan deze omgeving wennen.
Pasgeboren pups kunnen zichzelf moeilijk warm houden; daarvoor hebben ze hun moeder of een verwarming nodig. Een warmtelamp is zeer geschikt. Hang deze boven een hoek van de werpkist, zodat de pups zich kunnen koesteren, maar het tegelijkertijd niet te warm krijgen. De meest geschikt temperatuur in de werpkist gedurende de eerste week is 20-22°C en recht onder de lamp 26-27°C. Voor moederloze pups is de temperatuur bij voorkeur hoger: 30-31°C.
De geboorte kondigt zich meestal een dag van te voren aan; de teef is onrustig en vertoont "nestelgedrag". Haar lichaamstemperatuur is nu één graad lager dan gewoonlijk. Als ze gat hijgen zijn de weeën begonnen. Wanneer er wat helder, lichtgroen vruchtwater komt, wordt de eerste pup binnen enkele uren geboren.
Tijdens de bevalling dient de temperatuur in de werpkist circa 25°C te zijn. Tijdens de bevalling mag de tijd tussen de geboorte van de pups niet langer dan twee tot drie uur zijn. Indien dit wel het geval is contacteer dan uw dierenarts. Deze kan de teef dan een injectie oxytocine ter stimulatie van de weeën toedienen. De gemiddelde tijd tussen de geboorte van twee pups is 45 minuten. Let op! Wordt een pup in stuit geboren, laat dan geen kostbare tijd verloren gaan en trek hem er voorzichtig uit!
Een pasgeboren pup wordt door de moeder schoongelikt. Zo haalt de teef de vruchtvliezen weg en stimuleert ze de ademhaling. De navelstreng scheurt meestal vanzelf op de goede plaats af, mocht dit niet gebeuren, dan kunt u hierbij voor zicht helpen. Indien de navel blijft bloeden, mag u deze op 1 à 2 cm van de buik afbinden met een draadje garen. Laat de teef met de pups verder met rust. De pups vinden al gauw een tepel. Door te zuigen stimuleren ze de melkgift, maar ook de voortgang van de bevalling. De nageboortes komen steeds na elke pup, de teef eet deze meteen op.
Raadpleeg altijd direct de dierenarts als:
- De teef twee dagen over tijd is.
- Er donkergroene uitvloeiing komt.
- Er na 30 minuten krachtige buikpers geen pup komt.
- Er sinds de laatste pup al twee uur versteken is, terwijl er nog meer pups worden verwacht.
- De teef overstuur is of zich agressief gedraagt tegen haar pups.
- De teef na de geboorte onrustig blijft (misschien is er nog een pup of een nageboorte achtergebleven of dreigt er ontsteking van de melkklieren).
Direct na de bevalling moeten de pups en natuurlijk ook de teef goed gecontroleerd worden door de dierenarts en de teef krijgt een injectie oxytocine om de baarmoeder te laten samentrekken.
Het is nu vooral belangrijk dat de teef gezond blijft. Ze zal dan een rustig gedrag en een goede eetlust hebben. Hygiëne is erg belangrijk om infecties te voorkomen. Dus altijd eerst handen wassen en de bezoekers niet aan de pups laten komen. Verschoon de bodembedekking vaak. De behoefte aan eten kan twee tot drie keer zoveel zijn dan gewoonlijk. Ook nu is het raadzaam puppyvoeding te geven.
De pups worden doof en blind geboren en zullen al snel de weg naar de tepels vinden om te drinken. Indien dit niet het geval is zult u de pups een handje moeten helpen. Na circa tien dagen gaan de oogjes open, vanaf die tijd begint de pup langzaamaan te zien. De eerste weken heeft u nog niet veel werk aan de pups. Let erop dat ze goed groeien en houdt het gedrag goed in de gaten. Wanneer de pups twee weken oud zijn dienen zowel de pups als teef ontwormd te worden. Er zijn speciale ontwormpasta's bij de dierenarts verkrijgbaar die gemakkelijk bij de pups zijn toe te dienen.
Het is belangrijk om te weten of een pup goed groeit. Noteer het geboortegewicht van de pups en blijf ze voorlopig één of twee maal per dag wegen. Zo controleert u de groei en dus de melkopname per dag.
De eerste vier weken worden de pups volledig gevoed met moedermelk, vanaf vier weken kunt u de pups bijvoeden met speciale pap en/of geweekte puppybrokjes.
Wanneer de pups zes weken oud zijn krijgen ze hun eerste vaccinatie, de zogenaamde puppyvaccinatie. Tegelijkertijd wordt de pup door de dierenarts uitvoerig onderzocht.
Op een leeftijd van acht tot negen weken kunnen de pups naar hun nieuwe eigenaar. Op negen en twaalf weken moeten ze nog tweemaal ingeënt worden, waarna deze vaccinatie jaarlijks herhaald dient worden.