Met behulp van uitgezonden geluidsgolven en hun terugkerende echo kan het echoscopietoestel een beeld opbouwen van het inwendige dier. Deze hoogfrequente geluidsgolven zijn zeer veilig en niet voelbaar voor het huisdier.
Een echografisch onderzoek is dus weinig ingrijpend voor het dier. Sommige huisdieren vinden het in het begin wat vervelend om op hun rug of zij te liggen, maar na enkele minuten geeft dat meestal geen problemen meer. Zelden is een sedatie (kalmering) of narcose noodzakelijk. Wel moet er een groot gedeelte van het oppervlak geschoren worden, omdat haren een verstoring van het beeld geven. Bovendien moet er een speciale gel op de huid aangebracht worden om een goed contact tussen het toestel en de patiënt te verkrijgen.
Een echo-onderzoek wordt meestal uitgevoerd om de volgende organen in beeld te krijgen:
- Lever
- Milt
- Nieren
- Blaas
- Eierstokken (indien afwijkend)
- Baarmoeder (dracht)
- Prostaat
- Buikholte
Een echografie is geen vervanging, maar eerder een aanvulling op andere onderzoeken. Zo vullen de radiografie en de echografie elkaar uitstekend aan.
Echografie maakt een doorsnede van de organen, terwijl radiografie eerder een overzicht en de begrenzing weergeeft.
TOP